Costa Rica

Oppervlakte 51.100 km² = 1,6 keer België
Inwoners 4.500.000 ( 2009 ) 85 inw. / km²
Officiële taal Spaans
Hoofdstad San José ( +/- 1,5 miljoen inwoners )
Godsdienst Katholiek 90 %
Munteenheid Costa Rican colón ( 1€ = 755 CRC )
tijdzone -6 GMT ( 7 uur verschil met België )
Vlag
Weer
 

 

 

 

 

Costa Rica Algemeen

 

Algemeen

 Costa Rica (officieel: República de Costa Rica), is een republiek in Midden-Amerika. De totale oppervlakte van het land bedraagt 51.100 km2, en daarmee is Costa Rica ca. 1,6 keer zo groot als België en het op twee na kleinste land van het Amerikaanse vasteland. Op sommige plaatsen is Costa Rica minder dan 145 km breed en slechts 290 km lang.
 Costa Rica grenst in het noordwesten aan Nicaragua (309 km), in het zuidoosten aan Panama (330 km), in het westen aan de Stille of Grote Oceaan en in het oosten aan de Caribische Zee.
De kustlijn van Costa Rica heeft een totale lengte van ca. 1300 km; De Caribische kust is ca. 200 km lang en de kust van de Stille Oceaan ca. 1100 km.
De regering van Costa Rica heeft ca. 11% van het landoppervlak wettelijk als natuurgebied aangemerkt. Deze ‘parques nationales’ en ‘reservas biológicas’ zijn goed toegankelijk en alle ecosystemen zijn hier vertegenwoordigd.

Landschap

 Het kleine Costa Rica heeft een indrukwekkend, gevarieerd landschap. Een groot gedeelte van het land bestaat uit bergland.
Belangrijkste element is de bergketen die van noordwest naar zuidoost het land doorsnijdt en bestaat uit de vulkanische Cordillera de Guanacaste, de Cordillera de Tilarán, de Cordillera Central en in het zuiden de Cordillera de Talamanca. Tussen de laatste ketens ligt een centrale hoogvlakte, de Valle of Meseta Central; hier wonen ook de meeste Costa Ricanen en ligt op 1300 meter hoogte de hoofdstad San José.
Parallel aan de Cordillera Talamanca loopt het kustgebergte met de naam Fila Costeña en daartussen ligt de Valle Central. Ten noorden van al deze bergketens ligt een met veel rivieren doorsneden laagvlakte of ‘llanura’. De rivieren monden uit in de Río San Juan. Het kustgebied langs de Stille Oceaan is heuvelachtig, met hier en daar kleine kustvlakten, baaien en schiereilanden.
De kuststrook in het oosten, de kant van de Caribische Zee, is zeer gevarieerd en bestaat uit mangrovebos , moerassen, lagunes, regenwoud en palmenstranden. De grillige kuststrook in het westen, de kant van de Stille Oceaan, ziet er heel anders uit met savannelandschappen, bossen, tropisch regenwoud en donkere vulkanische zandstranden.

Costa Rica telt meer dan 30 natuurreservaten, die vaak al tientallen jaren bestaan. Meer dan eenvijfde van zijn oppervlak heeft het land aangewezen als beschermd natuurgebied – als nationaal park of biosfeerreservaat, als indianegebied of als regio op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Hierdoor is Costa Rica ontdekt door het ecotoerisme en oefent een grote aantrekkingskracht uit op biologen.
 

Vulkanen en aardbevingen

 Het bergland in het noorden van Costa Rica is vulkanisch. De vulkanen die hier liggen vormen een onderdeel van een hele serie vulkanen die van het noorden van Californië tot aan het zuiden van Chili doorloopt.
Costa Rica kent vooral stratovulkanen met hun bekende kegelvorm. De enige vulkaan die nog regelmatig van zich laat horen is de 1633 meter hoge Arenal, die meerdere malen per dag onder luid gerommel een wolk van gloeiend as en gruis uitspuugt. In periodes van grote activiteit kan de frequentie oplopen tot drie erupties per uur, weken achter elkaar.

Costa Rica ligt ook in een smal gebied waar zeer sterke aardbevingen voorkomen, de zogenaamde Pacific-gordel. Bijna elk jaar heeft het land wel last van één of meerdere kleine aardbevingen.
 

Klimaat

Over het algemeen kan men zeggen dat Costa Rica heeft een subtropisch tot tropisch klimaat met een droog seizoen van december tot en met april en een nat seizoen van mei tot en met september. Vanwege de ligging in de buurt van de evenaar zijn er op zeeniveau nauwelijks temperatuurverschillen. De temperatuurverschillen tussen de warmste en de koudste maand bedragen niet meer dan 4 °C. De jaargemiddelden liggen aan de kust op 26 à 27°C, op 1000 m hoogte op ca. 20°C en op 3000 m hoogte op 7 à 8°C.
De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheden schommelen tussen 2000 mm minimaal en 4000 mm maximaal. Langs de Caribische kust, sterk beïnvloed door passaatwinden en depressies op de Atlantische Oceaan, valt het hele jaar door vrij veel regen in de vorm van tropische stortbuien. September en oktober gelden hier als de droogste maanden.
Het gebied langs de kust van de Stille Oceaan heeft een droog en een nat seizoen. In het noordwesten valt daar ‘maar’ tussen de 1000-2000 mm per jaar  en tussen december en april valt er nauwelijks neerslag en is het uitgesproken droog, heet en zonnig. Dit komt doordat het hele gebied dan in de regenschaduw van de bergketens ligt.
Tussen 600 en 1650 meter ligt de gematigde zone of templada’, waaronder de Meseta Central met de hoofdstad San José. De gemiddelde minimumtemperatuur bedraagt daar 16,3°C en de gemiddelde maximumtemperatuur 24,9°C. De jaarlijkse neerslag ligt tussen 1600 en 2000 mm.

Planten en dieren

Planten



De plantenwereld van Costa Rica is zeer uitgebreid en gevarieerd. Er komen ruim 12.000 verschillende plantensoorten voor en waarschijnlijk groeien er in afgelegen gebieden nog vele onbekende soorten. Tekenend is dat er maar liefst ca. 1200 soorten orchideeën groeien. Klimaat, bodemgesteldheid en hoogte zorgen voor de grote diversiteit. De nationale bloem van Costa Rica is uiteraard een orchidee: de dieproze Guaria Morada.

De begroeiing varieert van tropisch regenwoud in de oostelijke laagvlakten tot droge steppen in Guanacaste. Het areaal aan regenwoud is de laatste decennia drastisch gereduceerd en komt nu alleen nog versnipperd voor in met name de berggebieden van de Cordillera de Talamanca, op het schiereiland Osa en sommige gedeeltes van de Cordillera Central. Het tropisch regenwoud wordt gedomineerd door woudreuzen die tot 60 meter hoog kunnen worden.
In het relatief droge noordwesten van Costa Rica overheerst de zogenaamde ‘sabana’-vegetatie, bestaande uit grassen, struiken en regengroene bossen met bomen die over het algemeen niet hoger dan ca. 15 meter worden, o.a. kalebas, doornacacia en oli-eik. Deze bladverliezende bomen verliezen hun bladeren in de droge periode.
Boven de boomgrens, vanaf ca. 2800 meter, overheerst de páramo-begroeiing. Hier is nauwelijks begroeiing te vinden, op wat lage struiken, mossen en grassen na. Deze begroeiing is onder andere te vinden op de Cerro de la Muerte, de Cerro Chirripó en de vulkaan Irazú.
I

Dieren



ZOOGDIEREN

De apen van Latijns-Amerika en dus ook van Costa Rica zijn allemaal boombewoners met een grijpstaart als een soort vijfde ledemaat.
In Costa Rica leven vier soorten die verspreid over het land voorkomen: doodshoofdaapjes, brulapen, slingerapen en kapucijnapen.

Tandarme zoogdieren zoals gordeldieren, luiaards en miereneters komen veel voor in Costa Rica.
In Costa Rica leven twee soorten luiaards: de tweeteenluiaard en de drieteenluiaard.
Het negenbands gordeldier komt in heel Costa Rica voor en bewoont de meest uiteenlopende ecosystemen.

Naast de bekende jaguar leven in Costa Rica ook de volgende katachtigen: poema, ocelot, margay, en jaguarundi.
Andere roofdieren zijn de neusbeer of coati’s, de wasbeer en de rolstaartbeer of kinkajoe.

Parque Nacional Cahuita is belangrijk vanwege het koraalrif dat zich tot 500 meter voor de kust uitstrekt. Daar leven tientallen soorten koraal, waaronder: elandgeweikoraal, hersenkoraal, waaierkoraal of zeewaaier, sterkoraal en brandkoraal. Tussen het koraal zwemmen prachtig gekleurde vissen zoals de blauwgeel gekleurde gele engelvis, de zwartgeel gekleurde engelvis, de troepiaalvis of hertogvis en de blauwe papegaaivis. Verder leven er op het rif barracuda’s, stekelroggen, drie soorten haaien en zes soorten murenen.

Het Parque Nacional Corcovado is een regenwoudgebied met enorme rijkdom aan planten en dieren: 6000 soorten insecten, 500 boomsoorten, 367 soorten vogels, 140 zoogdieren, 117 reptielen en amfibieën en 40 soorten zoetwatervissen zijn het park aangetroffen.


VOGELS

Met meer dan 800 vogelsoorten, waarvan 200 trekvogels, is Costa Rica een waar walhalla voor vogelaars. De nationale vogel van Costa Rica is de onopvallende Grays lijster.

De meest waargenomen roofvogels van Costa Rica zijn een aantal giersoorten: kalkoengier, zwarte gier en de zeldzame koningsgier.

Langs traag stromende rivieren leven grote steltlopers en andere watervogels als roze lepelaar, witte ibis, de zeldzame rode ibis, bosooievaar,  en de grote maar zeldzame jabiru. Een aantal reigersoorten is de koereiger, de tijgerroerdomp en de schuitbekreiger.
Bijzonder zijn de grote fregatvogel, bigua-aalscholver, en slangehalsvogel.
Bijzondere tropische vogels zijn de bont gekleurde trogons, waaronder de prachtige quetzal. Deze vogel leeft vooral in de nevelwouden op hoogtes tussen 1000 en 2500 meter.

Papegaaien (± 20 soorten): rode ara, Costa Rica Müller amazone, geelnek amazone, Salvins amazone, kleine witvoorhoofd amazone, spechtpapegaai, groene aratinga, de zeldzame geelvleugelara, karmozijnara

Kolibries (± 54 soorten): langsnavel zonzoeker, cerisekolibrie, de violette sabelvleugelkolibrie, heremietkolibrie, smaragdkolibrie, tzacati-amazilia, groene violetkolibrie, groenkruinbriljantkolibrie, roodbekkolibrie

Zangvogels: o.a. boomklever, ovenvogel, mierenvogel, roodkopmannequin, wevervogel, tangara

Bijzondere vogels: Montezuma Oropéndula, bergmerel, zwarte guan (soort boskalkoen), gekraagde arassari, gestreepte specht, drielelklokvogel, blauwkapmotmot, wenkbrauwmotmot, bruine hokko, ‘pia pia’, lachmeeuw, Verraux duif, Cabanis’ lijster, kiskadie, roodvoetrotspelikaan, zwartkophaakbek, gevlamde keelkweler, goudkruinchlorofoon


REPTIELEN EN AMFIBIEËN

Van de 135 soorten slangen die in Costa Rica voorkomen zijn er zeventien giftig.  De grootste slang van Costa Rica is de boa constrictor, een voor mensen ongevaarlijke wurgslang met een maximale lengte van 3,5 meter.

Costa Rica kent een aantal indrukwekkende hagedissen, waarvan de leguanen en basilisken het meest opvallen.

Krokodillen: brilkaaiman, Midden-Amerikaanse krokodil, spitssnuitkrokodil

Kikkers: roodoogboomkikker, pijlgifkikker, aardbeikikker, glaskikker

INSECTEN

Costa Rica kent zo’n tienduizenden verschillende insectensoorten waaronder, wandelende takken, termieten, parasolmieren, bid- en sabelsprinkhanen. In totaal zijn in Costa Rica ca. 3000 vlindersoorten geteld, waaronder de schitterende blauwe morpho, heliconiusvlinder, uiltje en grote pijlstaarten.

Geschiedenis

Pre-Columbiaanse periode



De eerste mensen bereikten 40.000 tot 50.000 jaar geleden het Amerikaanse continent vanuit Azië. Beide continenten waren op dat moment nog met elkaar verbonden.
De oudste stenen gebruiksvoorwerpen en etensresten die in Costa Rica gevonden zijn dateren uit ca. 12.000 v.Chr. Er zijn ook mammoettanden gevonden en dat wijst erop dat het jagers zijn geweest die een nomadisch bestaan voerden.
In tegenstelling tot veel andere landen in Midden- en Zuid-Amerika kent Costa Rica bijna geen grote bouwwerken en een aanzienlijke mate van beschaving dateert van ca. 3.000 v.Chr.
Ongeveer 800 n.Chr. kwam vanuit Mexico een volksverhuizing richting Costa Rica op gang.Tot aan de koloniale tijd was de Chorotega de belangrijkste beschaving in dit gedeelte van Costa Rica.

Spaanse overheersing



Tijdens de vierde en tevens laatste reis (1502-1504) van de ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus kwam hij aan bij het rotseilandje La Isla Uvita, gelegen voor de huidige stad Puerto Limón. Het kustgebied werd ‘costa rica’ genoemd, de ‘rijke kust’. Veel kostbaarheden werden er echter niet gevonden en Columbus zeilde al snel door naar Panama.
Door de felle tegenstand van de inheemse bevolking lukte het de Spanjaarden voorlopig echter niet om het hele gebied te koloniseren. Pas jaren later bereikten ze de goed bewoonbare hoogvlakte in Centraal-Costa Rica en in 1561 werd daar dan ook de eerste hoofdstad gesticht: Garcímuñoz, een stad die enkele jaren later alweer verlegd werd en vanaf die tijd Cartago genoemd werd.
De machthebbers daar keken echter nauwelijks om naar het arme Costa Rica, waarvan al snel bekend werd dat er geen goud of kruiden te vinden waren. Ook het elders zo succesvolle ‘encomienda’-systeem, in Costa Rica ‘rapartiemento’ genoemd, werkte niet. In het kort hield dit systeem in dat kolonisten land en slaven toegewezen kregen en als tegenprestatie de indianen het christendom moesten bijbrengen. Het aantal indianen was eenvoudigweg te klein (ca. 30.0000) om een op slavernij gebaseerde economie te runnen. Veel indianen stierven gedurende oorlogen of aan besmettelijke ziekten, anderen trokken de bergen in en waren voor de Europeanen niet meer te vinden. De kolonisten die desondanks in het land bleven moesten zelf een moeizaam bestaan opbouwen en zij vestigden zich op een gegeven moment in nieuwe nederzettingen. Toch was begin 19e eeuw nog maar twee procent van het huidige Costa Ricaanse grondgebied gekoloniseerd.

De Verenigde Staten van Centraal-Amerika



Op 1 juli 1823 gingen de landen Costa Rica, Honduras, Guatemala, El Salvador en Nicaraga als de Verenigde Staten van Centraal Amerika van start. De federatie was echter verre van een succes en Costa Rica probeerde er in 1824 al uit te treden. Maar ook dit proces ging niet zonder slag of stoot; In 1835 sloten de steden Heredia, Alajuela en Cartago een verbond (liga) tegen San José en in september brak er weer een korte burgeroorlog uit, de zogenaamde ‘La guerra de la Liga’. San José kwam dit keer als grote overwinnar uit de strijd en werd tevens de nieuwe hoofdstad van Costa Rica. In 1838 trad Costa Rica definitief uit de Verenigde Staten van Centraal Amerika en verklaarde zich onafhankelijk; president was op dat moment dictator Braulio Carrillo Colina.
Economisch werd Costa Rica in de rest van de negentiende eeuw op de wereldkaart gezet door het verbouwen van koffie en het telen van bananen. Onder andere door de toenemende welvaart groeide de bevolking snel en tevens ontstond er een nieuwe klasse: de koffie-aristocratie, die bestond uit politiek machtige koffiehandelaren en plantage-eigenaren. Verder waren er veel gastarbeiders nodig om al het werk op de plantages te doen.
De sociale verhoudingen tussen de grootgrondbezitters en de kleine boeren verscherpte zich in deze tijd en zij waren gedwongen om op zoek te gaan naar onontgonnen gebieden in het noorden en zuiden van het land.
In 1899 werd door de Amerikaan Minor Keith de United Fruit Company opgericht, op dit moment een grote multinational met veel politieke macht in dit deel van de wereld.

Twintigste eeuw



Internationaal had Costa Rica aan het begin van de 20e eeuw nu en dan grensgeschillen met Nicaragua en Panama (voor 1903 Colombia). Nadat Costa Rica in het geschil met Panama bij arbitrale uitspraak zijn rechten meermalen had erkend gezien, ging het in 1921 over tot bezetting van het betwiste gebied. Het geschil met Nicaragua werd pas in het jaar 1956 bij verdrag geregeld.
Door de wereldwijde economische crisis in de jaren dertig groeide de ontevredenheid onder de bevolking en was president Angel Calderón van de Partido Republicano Nacional (PRN) genoodzaakt rigoureuze sociale hervormingen door te voeren. Met name op het gebied van arbeidsvoorwaarden en landhervormingen werd er veel bereikt.

Costa Rica gaat zonder leger verder



Na de burgeroorlog van 1948 vormde Figueres een voorlopige regering van sociaal-democraten en conservatieven. Er ontstond binnen de regering echter al snel onenigheid over de ingezette hervormingen, die een bedreiging vormden voor de rechtse belangen.
De jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw brachten Costa Rica economische voorspoed, waardoor ook de infrastructuur, het onderwijs, landbouw en industrie en de gezondheidszorg goed aangepakt werden. Met name in de periodes dat Figueres aan de macht was ging het goed met Costa Rica. In 1978 kwam een centrum-rechtse coalitie onder leiding van R. Carazo tot stand.
Eind jaren zeventig stortte de Costa Ricaanse economie in, onder andere door financieel wanbeleid. De staatsschuld en het inflatiepercentage schoten omhoog en men dreigde ook betrokken te raken bij de strijd tussen de sandinisten en contra’s in Nicaragua.
Uiteindelijk verklaarde Costa Rica zich in 1983 tot een neutrale, ongewapende staat zonder leger. Kroon op het werk van deze neutraliteitspolitiek was de rol van president Oscar Arias Sanchez in het Nicaraguaanse conflict. Zijn vredesplan, Esquipulas II, werd door vijf Midden-Amerikaanse presidenten (die van El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Costa Rica) ondertekend en hij werd daarvoor in 1987 beloond met de Nobelprijs voor de vrede.

21e eeuw



Eind 20e eeuw ging het economisch weer wat de goede kant op in Costa Rica, vooral door het toenemende toerisme. Toch bepalen bureaucratie, corruptie, inflatie en hoge buitenlandse schulden voor een groot gedeelte de economische en politieke agenda.
In februari 2010 kreeg Costa Rica voor het eerst in de geschiedenis een vrouwelijk staatshoofd. De 50-jarige sociaalconservatieve politicologe Laura Chinchilla van de Nationale Bevrijdingspartij, bondgenoot en opvolger van president Oscar Arías, kreeg bijna 47% van de stemmen.



Economie en Toerisme

Algemeen



Costa Rica is het meest ´welvarende land´ van Centraal-Amerika. Door de afschaffing van het leger kon veel geld geïnvesteerd worden in het onderwijs en door de politieke rust werd het land aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Belangrijk was de vestiging van de Amerikaanse producent van microprocessors Intel in 1998. De komst van Intel leidde ertoe verschillende andere hightech bedrijven zich in Costa Rica vestigden.
Op dit moment bevindt de Costa Ricaanse economie zich in een soort overgangsfase. Men is bezig om de op traditionele landbouwproducten gebaseerde economie om te vormen naar een economie die moderne producten maakt, gebaseerd op een hoogwaardige technologie. Ook de dienstensector, waaronder het toerisme, is enorm gegroeid. Het toerisme vormt zelfs de voornaamste bron van buitenlandse deviezen en biedt werkgelegenheid aan een groot aantal Costa Ricanen.

Het grootste knelpunt voor Costa Rica is nog steeds het grote financieringstekort en de daarmee samenhangende uitstaande schulden, die overigens de laatste jaren behoorlijk zijn teruggebracht. Een ander probleem voor Costa Rica is de voortdurend hoge inflatie. Hoewel men er in geslaagd is dit aanzienlijk te verminderen, blijft het percentage nu rond de 10% schommelen.
Zoals zo vaak profiteert maar een klein deel van de bevolking echt van de toenemende welvaart, Meer dan de helft leeft onder de armoedegrens. Hoewel dat in Costa Rica niet zo duidelijke te zien is als vele andere derdewereldlanden.

Toerisme



Het toerisme is al sinds enige jaren een van de belangrijkste sectoren van de Costa Ricaanse economie en zorgt voor de meeste buitenlandse deviezen. In 2003 werd er 1,2 miljard dollar verdiend en trok Costa rica ruim 1,1 miljoen bezoekers. In het eerste half jaar van 2004 kwamen er 28% meer toeristen dan in het eerste half jaar van 2003.
Costa Rica richt zich vooral op het zogenaamde ecotoerisme, maar ook op ‘adventure travel’ en strandtoerisme.
De meeste bezoekers, ca. 50%, komen uit de Verenigde Staten en Canada. Het aandeel van bezoekers uit Europa neemt steeds meer toe.

Bevolking

Samenstelling



In tegenstelling tot de bevolking van de andere republieken in Centraal-Amerika, is die van Costa Rica zeer homogeen en vooral blank: 94% is van Spaanse, Italiaanse en andere Europese afkomst. Twee andere belangrijke minderheidgroepen zijn Afro-Caribiërs en Chinezen. De Costa Ricanen noemen zichzelf ‘hermanitico’s’ (kleine boertjes) en afgeleid daarvan Tico’s en Tica’s.

Mestiezen, van Spaans-indiaanse afkomst, leven vooral als boeren in de agrarische provincie Guanacaste.
In het noorden en noordwesten van Costa Rica wonen nogal wat Nicaraguanen, vaak nog vluchtelingen uit de Nicaraguaanse burgeroorlog.
De laatste jaren vestigen zich steeds meer gepensioneerden, uit de Verenigde Staten, Canada en enkele Europese landen waaronder Nederland, in Costa Rica, om van hun pensioen te genieten.

De drie belangrijkste oorspronkelijke indianengroepen, die minder dan 1% van de bevolking vormen, leven in de ontoegankelijke berggebieden. In totaal zijn er nog zo’n 15.000 afstammelingen van inheemse pre-Columbiaanse stammen, de zogenaamde ‘indigenas’.

Spreiding


Ongeveer de helft van de Costa Ricaanse bevolking woont in de steden. Bijna tweederde van de totale bevolking woont in het centrale hoogland, de Meseta Central.
Ca. 35% van de hooglandbevolking woont in de hoofdstad San José.

Taal

De officiële taal in Costa Rica is het Spaans. Dit Spaans wijkt in uitspraak, woordenschat en zinsconstructie behoorlijk af van het Spaans op het Iberisch schiereiland. Toch zegt men dat de Costa Ricanen, samen met de Columbianen, het meest verstaanbare Spaans ter wereld spreken.

info afkomstig van : www.landenweb.net